Column Noorderperssociëteit, maandag 4 juli 2016

 

 

Column Noorderperssociëteit, maandag 4 juli 2016

Komkommernieuws

Komkommernieuws. Het klinkt leuk, onderhoudend en is vaak net zo stevig als een komkommer zelf. Beetje waterig zelfs, niet uitgesproken van smaak en negen van de tien keer zit het in een salade om het nog wat te laten lijken. Er kleeft veel schijn aan een komkommer.

Het hoort een beetje bij de zomer, bij dunnere krantjes met luchtig nieuws en bij een televisie-aanbod dat wordt gedomineerd door nog meer lucht dan normaal. Komkommernieuws gaat over een guppieplaag in het Hoornse Meer, en tien manieren om er geen een  binnen te krijgen als je aan het zwemmen bent. Het gaat over de eierbaloorlog, hoe het nieuwe model stadsfietsen zorgt voor een tekort aan bierkratjes bij de Jumbo en waarom koken met een stoommandje je leven kan veranderen. Dat, en de voxpopjes over deze onderwerpen, is komkommernieuws.

Je kan het ook omschrijven als panieknieuws: er wordt immers te weinig nieuws naar de redacties gestuurd en daardoor weet de journalist het allemaal ook niet meer. Een journalist, gepokt en gemazeld, herkent nieuws vanwege het woord persbericht boven een A4’tje. Maar wat als zijn inbox leeg blijft?

Want even serieus nu: hoe komt een journalist anders aan zijn nieuws? Als alle persvoorlichters met vakantie zijn, wie zegt de journalist dan nog wat? Je krijgt ook geen frikadellen zonder varkens. Zo eenvoudig is het.

Maar het leven gaat door, de krant moet vol en het nieuwsprogramma kan helaas nog niet compleet leunen op de waardevolle inbreng van de mevrouw van het weerbericht. Hoe grappig dat ook zou zijn. Als je het kon verstaan.

Maar de journalist, dat is een taaie. Voor dit soort gelegenheden staat er naast zijn bureau altijd een emmertje bluswater. Door dat emmertje herinnert hij zich de stoere verhalen die hij hoorde tijdens zijn opleiding. De verhalen die hem ooit over de streep trokken om zijn leven te wijden aan nieuws, de jacht, de vasthoudendheid en de voldoening.

Overal met je poten in gaan staan, de vinger aan de pols, de luis in de pels, die aangeboren nieuwsgierigheid bevredigen, doen wat nodig is voor een mooi verhaal, insteken, doorhalen en nooit iets van je af laten glijden.

Denkend aan vroeger kijkt de journalist uit het raam en ziet brede stromen nieuwsfeiten traag door de winkelstraten trekken. Daar, bij hun, daar ligt het nieuws. Je hoeft er alleen maar op af te stappen en het op te tekenen.

Dus gaat de journalist monter maar in arren moede de straat op om mensen te vragen naar hun mening over de fietsenoverlast bij de Primark. Dat schijnt namelijk waanzinnig te zijn, als we Twitter mogen geloven. Daarna gaat hij naar een camping om te zien wat mensen zoal de hele dag doen, met dit weer, en telt daar -nu hij er toch is- de Primark-tasjes, waarna we kunnen concluderen dat de aanwezigheid van deze topzaak ook goed is voor de campinghouder.

Een van de campinggasten hoorde dat er bijna geen tasjes meer zijn, omdat het zo’n succes is. Wat een mazzel, denkt de journalist! Een heerlijke follow up én een scoop in 1. Hij gaat onmiddellijk verhaal halen, maar bij de Primark weten ze van niks. Het nieuws wordt er meteen zachter van, maar toch: waar rook is is vuur, dus het vermoede tekort wordt netjes gemeld.

De kolommen gevuld, het item gedraaid en de journalist is voor het eten thuis. Op de deurmat ligt een kaartje uit Griekenland, gestuurd door een bevriend persvoorlichter. Naast een getekend zonnetje en 35 graden staat: de komkommers zijn hier veel kleiner dan in Nederland. Je zou eens moeten uitzoeken hoe dat komt.

Groeten, Theo.

Stefan Nieuwenhuis

Stefan Nieuwenhuis, www.stefannieuwenhuis.nl